concert 14 september 1979


Indrukwekkend concert van Soli Deo Gloria

HOORN - In de r.-k. kerk van de Engelbewaarders gaf de christelijk gemengde zang- en oratoriumvereniging Soli Deo Gloria zaterdagavond haar jaarlijks concert. Medewerkenden waren de sopraan Martine Kox, Howard Crook, tenor en Henk Smit bas, terwijl de begeleiding werd verzorgd door het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Dirigent was Hans van Steenbergen, die zonder meer met voldoening op de uitvoering kan terugzien.

Het programma was samengesteld uit een Messa di Gloria van Puccini, De cantate B.W.V. 56 van J.S. Bach en Psalm 42 van Mendelssohn.
De Messa di Gloria is een jeugdwerk van Puccini. Hij componeerde deze mis, toen hij 18 jaar oud was, en het is dus niet verwonderlijk, als toehoorder te constateren, dat enerzijds allerlei elementen van composities uit later tijd al te vinden zijn in deze mis. Aangezien Puccini zich heeft ontwikkeld tot een groot opera-componist was het anderzijds niet te verwonderen dat het publiek soms allerlei motieven meende te herkennen uit zijn veel bekendere werken als "Madame Butterfiy" en "La Boheme". De Messa di Gloria maakt als compositie geen evenwichtige indruk, zit vol schablonen en effecten en doet (dus) eerder aan een hoogromantisch concert denken, dan aan een reglieus gebeuren. Intussen was dit voor Soli geen enkel bezwaar, om van deze "Messa" een fraaie vertolking weg te geven. Daarbij werd het geassisteerd door een zeer fraai klinkende tenor (Howard Crook) die beschikt over een lichte, doch verdragende, mooie stem, een bas (Henk Smit) die voor dit werk iets meer bovenresonans in de stem bracht dan hij anders in het wat strakkere oratoriumwerk doet - wat uitstekend klonk - en een orkest dat accuraat en beheerst begeleidde. De samenklank van het koor was goed, maar af en toe - op de sopranen en meestal de alten na - te zwak. En als dan het koperwerk in actie komt, wordt het voor de onderbezette mannenstemmen wel erg moeilijk (Et ascendit in cloeum etc.). Soms ook had het wel wat gefraseerder gekund, maar in het algemeen maakte het uitgevoerde werk een gedegen indruk, dat met veel inzet en (blijkbaar) ook genoegen werd gebracht.
Na de pauze volgde Cantate no. 56 van Bach, op fraaie, lichte wijze gezongen door Henk Smit; het verkleinde orkest volgde goed en accuraat en het door het koor gezongen slotkoraal maakte een goede indruk. Het concert werd besloten met Psalm 42, waarbij opvallend was dat de verhouding met het orkest beter scheen dan bij het werk van Puccini, hoewel soms de bassen voor enige ritmische schommeling leken te zorgen. De sopraansoliste leverde een goede prestatie, hoewel het soms wat gewelddadig overkwam. Het kwintet uit deze psalm - waarbij de dirigent een gerechtvaardigde truc toepaste - kon niet evenwichtig van klankverhouding worden, maar dat kan ook alleen maar, als dit koor over meer mannenstemmen beschikt. Het slotkoor besloot een goede, indrukwekkende uitvoering, resultaat van gedegen studie en betrouwbaar leiderschap.

JPK
[Jan-Piet van der Knaap ?, 18 september 1979 ?]