concert 16 april 1987


Johannes Passion tot het laatste toe boeiend

foto van de uitvoering van de Johannes Passion in 1987
De "Johannes Passion" in de Oosterkerk te Hoorn: een gevoel van ontzag voor de geleverde prestatie. (foto Sieuwert Ruiter)

HOORN - De Johannes Passion van Johann Sebastian Bach, uitgevoerd door de Christelijke Oratorium Vereniging Soli Deo Gloria, met medewerking van Marleen Brester, sopraan; Margot Stroink, alt; Frank Hameleers, tenor; Frans Fiseliers, bas; Robert Coupe, tenor (evangelist); Henk van Heijnsbergen, bas (Christus); Henriƫtte Gorthuis, luit; Dieuwke Berkelaar, viola da gamba; Aukje van Steenbergen, orgel; en het Noordhollands Bach Orkest. Het geheel onder leiding van Hans van Steenbergen. Bijgewoond door Regina Arbouw. De belangstelling hiervoor was zeer groot.

Het wordt een traditie, deze uitvoering op Witte Donderdag, maar dank zij de grote inzet van koor, orkest en solisten werd het zeker geen routinematig afgedaan muziekstuk. In deze passie heeft het oratoriumkoor zelf een groot aandeel en dank zij een nauwlettende directie, die stipt werd opgevolgd volbracht Soli Deo Gloria ook dit jaar weer deze dankbare taak.
Toch dreigde er zeker in het begin iets van vrijblijvendheid. Dit werd in de hand gewerkt door randverschijnselen die met geluid en video werkten. Het publiek was afgeleid, het koor en de solisten uit hun concentratie. Zeer terecht heeft de dirigent hiervoor even de tijd genomen.
Toen het geheel vrij vlot in rustiger vaarwater kwam kon het koor beter en met meer gevoel uitvoeren. Het verschil in sfeer tussen de volkskoren en de koralen werd uitstekend aangevoeld en doorgegeven.
Het begeleidingsorkest was dienstbaar aan het goedsluitende geheel, het bleek nog beter aan te voelen wat deze uitvoering nodig had.
Vooral de tenor Robert Coupe was zeer expressief in zijn vertolking als evangelist. Hoewel de recitatieven weinig ruimte laten is hij er toch in geslaagd het gehoor tot het laatste woord te boeien. Ook de andere vocale solisten waren in staat behoorlijk uit te voeren, maar zowel de jonge tenor als de bas misten toch duidelijk het werken in de praktijk. Ervaren dat een volle kerk heel anders klinkt dan een repetitieruimte, dat een orkest zijn eigen grootheid heeft, waarmee moet worden samengewerkt. Ook emotioneel schoot met name de tenor wel eens tekort, hetgeen door een grote nauwgezetheid grotendeels werd opgevangen.
De sopraan en de alt schitterden beide in de voor hen bestemde aria's. Vooral sopraan Marleen Brester bleek meteen bijzonder geanimeerd te zijn, en heeft deze pittige aanzet tot het laatst behouden.
Toen de laatste maten van het prachtige slotkoraal waren gezongen was er ook deze keer weer een gevoel van ontzag voor de geleverde prestatie. Maar ook een gevoel van spijt dat het al op was, en de volgende uitvoering zal waarschijnlijk pas volgend jaar zijn.

Regina Arbouw