concert 21 november 2004


SOLI DEO GLORIA

Concert door de Christelijke Oratorium Vereniging Soli Deo Gloria onder leiding van Marcel Joosen, met medewerking van Diane Verdoodt, sopraan; Antje Lohse, alt; Ludwig van Gijsegem, tenor; Henk van Heijnsbergen, bas en Marina Grigorowicz, piano. Het koor werd begeleid door een instrumentaal ensemble, bestaande uit Floris Schoute, hoorn; Irina Kaplun, accordeon; Marcel Blom, klarinet; Pia Elsdörfer, blokfluit en Peter de Graaff en Rob van der Sterren, beiden slagwerk. Het concert was zondagmiddag in de Oosterkerk te HOORN, de belangstelling was zeer groot.

Het eerste werk van dit middagconcert was de 'Cantique de Jean Racine' van Fauré. Het koor zong dit bekende werk melodieus en gedragen, met behoorlijk egards aan de intentie en de inhoud van de muziek.
De cantate 'Legende van de rook van aardappelvuren' van B. Martinu is een muzikale schildering van het Tsjechische platteland, velden met graan, gewone mensen die op het land werken. Daarbij komt de wens van Maria om zich tussen het volk te bewegen in plaats van te pronk te staan in een koude kerk. Soli Deo Gloria zong de cantate in het Tsjechisch, inderdaad een huzarenstukje. Van de sopranen werd heel veel gevraagd, van een enkele zin tot een volledige passage met een behoorlijke toonhoogte en een behoorlijk volume. Deze groep was daar ten volle op berekend. Mede door dit vocaal geweld leken de alten wat aan de bescheiden kant, hoewel er wel degelijk nuance in de weergave te beluisteren was.
Van het koor werd tijdens dit concert een wendbaar muzikaal vermogen gevraagd, want deze componist wilde met zijn werk de pastorale sfeer van het platteland weergeven. Maar ook de klankcombinaties van Martinu, die zeker in zijn latere werk steeds de grenzen van het harmonisch haalbare zocht, vergden veel van koor, solisten en dirigent. In de begeleiding verzorgden blokfluit en accordeon een groot deel van de landelijke, soms zelfs pastorale sfeer, waar de pianiste en het slagwerk de toehoorders bij de modern-klassieke les hielden. Het stuk genereerde enorm veel bewondering voor het koor, dat erin slaagde deze uitvoering in het Tsjechisch te presenteren.
Na de pauze was het tijd voor 'De schipbreuk' van Johan Wagenaar, een cantate op tekst van De Schoolmeester. Deze geruchtmakende compositie werd vooraf toegelicht door de dirigent, die de ongerijmdheden in de tekst fijntjes aanmerkte. Ook de uitvoering van dit werk was uiteindelijk niet zo eenvoudig, ook hierin zitten veel passages, waarbij alle zanggroepen hun zeilen bij moesten zetten. Het stuk liep voor het oog als van een leien dakje, opvallend was het grote enthousiasme en het inlevend vermogen van de solisten, tussentijds bijval was hun deel. Het meest opvallend aan deze uitvoering van 'De schipbreuk' was het kennelijke plezier, waarmee alle betrokkenen hun aandeel vervulden. Het was een werk vol gerucht, maar voor de begeleiding was slechts piano en slagwerk vereist. De goede timing, die solisten en koor onderling hadden, strekte zich ook uit tot de begeleiders. Het was een muzikaal interessante, guitige uitvoering. Leuk om Soli Deo Gloria en haar solisten eens op deze ongedwongen toer te zien!

Regina Arbouw
Noordhollands Dagblad, 22-11-2004