concert 28 maart 2002


Soli Deo Gloria

Concert door de Christelijke Oratorium Vereniging "Soli Deo Gloria" met medewerking van: Caroline Stam (Sopraan), Joke de Vin (alt), Bart de Kegel (tenor aria's), Henk van Heinsbergen (bas aria's), Joost van der Linden (tenor evangelist), Matthijs Mesdag (bas Christus), Margriet Verzijl (luit), Freek Borstlap (viola da gamba), Beitske Verheij (continuo cello), Aukje Broers (orgel) en het Noordhollands Bachorkest. Marcel Joosen had de muzikale leiding bij deze twintigste uitvoering van de Johannes Passion van Johann Sebastian Bach op Witte Donderdag, de belangstelling hiervoor in de Oosterkerk (HOORN) was overweldigend groot.

In het beginkoor "Herr unser Herrscher" kostte het het koor en orkest een paar maten aan elkaar te wennen, hierna werkten deze twee muzikale grootheden in goede harmonie samen aan de uitvoering van deze inmiddels traditie geworden passie. De solisten in deze versie pasten goed bij het koor, solisten en orkest begonnen nader tot elkaar te komen na de altaria "Von den Stricken meiner Sünden", waarbij de muziek de gevoelige solo van Joke de Vin wat overheerste.
In de bijna direct hierop volgende sopraansolo was niets meer te bespeuren van deze evenwichtskwestie, de solo klonk betoveren mooi. De bas Henk van Heinsbergen verving de door ziekte gevelde Joep Bröcheler, de zang van deze bas was een genoegen om naar te luisteren. De gevoelige melodieuze vertolking van de aria's en arioso's verried een ruime ervaring. De storend lange "denkpauze" voor "Betracht meine Seele" is gezien zijn accuraatheid niet te verklaren.
Nauwkeurigheid, gepaard aan een uitstekende dictie maakten van de samen met het grote koor uitgevoerde aria-koraal "Eilt ihr angefochte'nen Seelen" een roerend mooie aansporing. Dankzij het gevoelig uitgevoerde continuospel kwamen de recitatieven bijzonder goed tot hun recht. Sprekend, dynamisch en vol drama, vooral de evangelist dwong hierbij bewondering af. Met deze solisten heeft Soli Deo Gloria een utstekende keuze gedaan, maar het waren vooral de eigen verrichtingen van het koor die de hoogtepunten van de avond vormden. De koralen werden vol, met breed hoorbare harmonieên gezongen, het evenwicht tussen de stemmengroepen was opvallend goed. Zonder concessies te doen aan de eingen identiteit, de unieke eigen klank, wisten de dames en heren in beheerste balans uit te voeren.
De zang was van een doorlopend goede kwaliteit, waarbij het contrast tussen de koren, die sprankelend en dynamisch werden gezongen, en de koralen, zo vol van bezinning en belijdenis een aparte grootheid kan worden genoemd.
Het koor hanteerde deze sfeerverschillen heel goed, de tegenstellingen kregen hierdoor hun eigen zeggingskracht.
Ook aan het eind heeft deze Johannes Passion een dergelijk contrast, na het bedroefde begrafeniskoor "Ruht wohl" werd nog eenmaal het godsvertrouwen, het geloof hoorbaar in een harmonisch hoogtepunt, het slotkoraal "Ach Herr, lass dein lieb Engelein".
Het applaus na afloop was ovationeel, en terecht.


Regina Arbouw
Noordhollands Dagblad, 30-3-2002